Troonrede van 15 oktober 1827

Edel Mogende Heeren,

Ik mag, bij voortduring, het genoegen ondervinden, bij het openen dezer Vergadering, aan U Edel Mogenden mede te deelen, dat Onze buitenlandsche betrekkingen met alle Mogendheden, door wederkeerige en welwillende vriendschap, op eenen gewenschten voet zijn onderhouden.

Mijne zorgen zijn bestendig daarhenen gerigt, om die betrekkingen dienstbaar te maken tot bevordering van het welzijn en de belangen Mijner Onderdanen.

De hoop, welke Ik aan Uwe Vergadering in het vorige jaar betuigde, dat er eerlang eene schikking, omtrent de aangelegenheden der Roomsch Katholijke Eeredienst, met den Pauselijken Stoel zoude kunnen getroffen worden, heeft zich verwezenlijkt. De onderhandelingen deswege hebben, van wederzijde, het kenmerk gedragen van een opregt verlangen, om dit gewigtig onderwerp tot onderling genoegen te regelen, en zijn gelukkiglijk besloten door eene, te Rome geteekende, en thans bekrachtigde, overeenkomst, welke aan U Edel Mogenden zal worden medegedeeld.,

Het voorbehoud, onder welke de afkondiging der Bulle, bij die gelegenheid door den Paus uitgegeven, nopens de uitlegging dezer overeenkomst, door Mij vergund is, bevat den waarborg, welke ’s Lands wetten noodzakelijk maakten.

Een traktaat van Scheepvaart en Handel, met de Vereenigde Staten van Mexico gesloten, zal, aan de Nederlandsche Vlag, in de Mexicaansche havens, de behandeling verzekeren, welke aan de meest begunstigde natie wordt toegestaan. Zoodra de ratificatien zullen zijn uitgewisseld, zal deze overeenkomst aan U Edel Mogenden worden kenbaar gemaakt.

De beletselen, welke tot hiertoe de Nederlandsche scheepvaart verhinderden, om, in de Zweedsche havens, andere dan eigene voortbrengselen in te voeren, zijn, door eene beschikking van den Koning van Zweden en Noorwegen, voorloopig opgeheven. Eene wederkeerige bepaling, waarvan het ontwerp reeds in gereedheid is, zal, dien ten gevolge, door Mij, eerstdaags, aan U Edel Mogenden worden voorgesteld.

Onze handel neemt in het algemeen toe.

Onze scheepsbouw heeft eene groote ontwikkeling verkregen. De landbouw beurt zich meer en meer op.

De ontginning van Onze mijnen wordt met nadruk voortgezet.

Het fabrijk-wezen maakt gestadige vorderingen, en wedijvert, met moed en volharding, tegen de algemeene mededinging, zoo op de markten van Europa, als in andere werelddeelen. Zelfs zijn eenige, te voren in dit Rijk niet beoefende, takken van nijverheid herwaarts overgebragt.

Het vertier van de voortbrengselen Onzer Volksvlijt zal dan allermeest verzekerd worden, wanneer Handelaar en Fabrijkant dezelfde lijn trekken en hunne middelen vereenigen, tot behartiging van hunne eigene belangen en van de algemeene welvaart tevens.

De onderscheidene gedeelten der Nationale Visscherij, worden met afwisselend geluk gedreven.

De ziekte, welke, op het einde van het vorige jaar, met ongewone hevigheid, in sommige Onzer provincien heerschte, is, door gepaste maatregelen, dank zij de goede Voorzienigheid, grootelijks verrninderd. Er zijn middelen daargesteld tot wegneming der oorzaken, die de verspreiding dier ziekte kunnen bevorderd hebben.

De werken, tot voltooijing en vermeerdering van nuttige land- en watercommunicatien, worden overal met kracht voortgezet, en doen derzelver gunstigen invloed op de ontwikkeling van alle bronnen van het volksbestaan, meer en meer ondervinden.

De instellingen van het Onderwijs blijven aan het oogmerk beantwoorden; zij ontvangen van tijd tot tijd die uitbreiding en wijziging, welke de wetenschappelijke behoefte vordert.

De bloei der Schoone Kunsten wordt, door alle gepaste middelen, bevorderd.

De onlusten op Java hebben een meer geruststellend aanzien verkregen; het hoofd der opstandelingen is, achtervolgens, door menige zijner medestanders verlaten geworden. Het enkel vooruitzigt op de van hier gezondene versterking der krijgsmagt, waarvan een groot gedeelte sedert is aangekomen, heeft, volgens de laatste berigten, eenen gunstigen indruk voor het Nederlandsche gezag, op de muitelingen gemaakt. In deze gesteldheid van zaken, is het Mijn voornemen aan U Ed.Mog. nog eene buitengewone te gemoetkoming voor die kolonie voor te dragen, welke, voor het oogenblik, geene andere, dan de reeds door U Ed.Mog. gewaarborgde, opoffering zal vorderen.

De ondervinding heeft Mij de overtuiging gegeven, dat Onze WestIndische bezittingen, insgelijks eenige bijzondere voorziening behoeven, tot bevordering van derzelver welvaart, in verband met de belangen van het Moederland. Een Commissaris-Generaa1 wordt door Mij derwaarts gezonden, voorzien van de vereischte voorschriften, om aldaar een eenvoudig en min kostbaar bestuur in te voeren, en om aan reeds vroeger uitgevaardigde besluiten de rigting te geven, welke in derzelver bedoeling ligt, doch, door verschillende omstandigheden, tot nu toe, niet gevolgd is.

De onderscheidene takken van ’s Rijks Ontvangsten, hebben, in dit loopende jaar, over het geheel, volkomen aan de verwachting beantwoord.

Het ontwerp eener meer juiste en geëvenredigde verdeeling der Grondlasten, in Uwe laatste vergadering onderzocht, is, op het verzoek van U Edel Mogenden, nader overwogen. Mijn voornemen is thans, eene grootere uitbreiding der kadastrale schattingen af te wachten, alvorens de bepaalde regeling van dit belangrijk onderwerp, voor het vervolg, voor te stellen. Intusschen vordert de billijkheid, dat die provincien, welker overbelasting genoegzaam erkend is, eene tijdelijke verligting ondervinden, en Ik mag dus, met gerustheid, op Uwe medewerking rekenen, tot het daarstellen van eenen maatregel, welke met die bedoeling ter tafel van U Edel Mogenden zal worden gebragt.

De nog bestaande inrigting der Loterijen is, bij ondervinding, gebleken, nu en dan, aanleiding tot verkeerdheden te geven, en eenen schadelijken invloed uit te oefenen op de zedelijkheld der ingezetenen; met den aanvang van het volgend jaar, zal, door gepaste wijzigingen, in die gebreken worden voorzien.

Het strekt Mij tot genoegen, aan U Edel Mogenden de verzekering te kunnen geven, dat, hoezeer de geldelijke toestand der Overzeesche bezittingen de begrooting van het volgend jaar met meerdere uitgaven bezwaart, en de veranderde instelling der Loterijen eene vermindering van inkomsten moet doen vooruitzien, er geene buitengewone opofferingen van Mijne beminde onderdanen zullen behoeven te worden gevraagd. De wettelijke beschikking, in Uwe vorige vergadering genomen, nopens de zamenstelling der Regterlijke Magt en het beleid der justitie, zal in de tegenwoordige, hare volledigheid kunnen erlangen door de bepaling der geregtelijke kantons, waarin het Koningrijk zal worden verdeeld.

Het Wetboek op het Strafregt, reeds vroeger, Mijnentwege, aan de leden der Staten-Generaal medegedeeld, zal insgelijks in deze zitting aan de beraadslaging van U Edel Mogenden worden onderworpen, gelijk mede dat op de Manier van procederen in Burgerlijkc Zaken. Ik voede zelfs de hoop, dat ook de Wet op de wijze van procederen in Strafzaken, aan U Edel Mogenden zal kunnen worden aangeboden, waarmede dan het geheele zamenstel der wetgeving, bij de Grondwet voorgeschreven, zal zijn voltooid.

De menigvuldige gewigdge onderwerpen, bij die Wetten met zorg behandeld, zullen, uit den aard der zaak, gelegenheid geven tot onderscheidene wijzen van beschouwing, en aan U Edel Mogenden, in Uwe tegenwoordige zitting, eenen grooten omvang van moeijelijke werkzaamheden verschaffen. Aan de goede en heilzame uitkomsten derzelver voor het Vaderland, kan Ik niet twijfelen. Eensgezind in Onze liefde voor hetzelve, en Onze zucht tot behartiging van het welzijn Onzer Landgenooten, zullen Wij niet te kort schieten in het gemeen overleg der middelen, die daartoe, onder den Goddelijken zegen, leiden kunnen.