Troonrede van 19 september 1870

Mijne Heeren!

Is het Mij telkenmale aangenaam, Mij omringd te zien door de Vertegenwoordigers van het geheele Nederlandsche Volk, met ongemeen genoegen begroet Ik U heden. Ik gevoel behoefte het in deze Vergadering uit te spreken, hoe Ik hoogelijk de trouw en vaderlandsliefde waardeer, door het Nederlandsche Volk, gedurende de ernstige omstandigheden der laatste maanden, op zoo indrukwekkende wijze aan den dag gelegd. Eenparig bleek de wil, wat ook gebeuren zoude, de zelfstandigheid van den Staat te handhaven. Zee- en landmagt, nationale militie, schutterijen, vrijwillige vereenigingen, wedijverden in dien geest. Orde en rust heerschten overal.

De last der inkwartieringen werd met toewijding gedragen; voor de gezinnen der opgeroepen militiepligtigen mildelijk gezorgd. En bij dit alles mogen Wij met voldoening wijzen op de gelijktijdige werkzaamheid onzer landgenooten voor het Roode Kruis.

In onze vriendschappelijke betrekklngen met de andere Mogendheden bragt de uitgebroken oorlog geenerlei stoornis. De oorlogvoerenden hebben niet alleen de door Mij aangekondigde strikte onzijdigheld erkend, maar tot de oplossing der daaraan, uit haren aard, verbonden moeijelijkheden welwillend de hand geboden. Vele zijn de bewijzen van vertrouwen, in dezen hagchelijken tijd door ons ontvangen.

Het is Mijn bepaald voornemen bij de gekozen onzijdigheid te volharden. Intusschen heeft de loop der gebeurtenissen Mij vrijheid doen vinden, met het huiswaarts zenden der buitengewoon bijeengeroepen ligtingen een aanvang te maken, en daardoor de ingezetenen van buitengewone lasten te ontheffen. Mogen weldra de buitengewone maatregelen niet meer noodig zijn!

De algemeene gesteldheid des Rijks levert allezins reden tot dank. De landbouw bloeit. De vloot der visscherij is in de laatste drie jaren aanmerkelijk uitgebreid. Andere takken van nijverheid, ofschoon thans door den oorlog gedrukt, vertoonen toenemende veerkracht. Meer en meer groote werken voor het versneld verkeer, van Staatswege en door maatschappijen ondernomen, bedekken het Nederlandsch gebied. Het onderwijs, aan welks verbetering alle vlijt wordt besteed, verspreidt in steeds wijderen kring zaden van beschaving en welvaart.

De toestand onzer geldmiddelen is niet ongunstig te noemen, wanneer men den invloed der tijdsomstandigheden op het loopend dienstjaar in aanmerking neemt.

De laatste tijdingen van de Overzeesche Bezittingen en Kolonien worden U heden medegedeeld bij het door de Grondwet voorgeschreven Verslag. Ook dáár is zeer veel gunstigs niet te miskennen. De regeling der aangelegenheden, waarvoor met Uwe medewerking in dit jaar de grondslagen zijn vastgesteld, wordt onverpoosd voortgezet. is er alzoo overvloedige stof tot prijzen, Mijne Heeren, niettemin eischt menig gewigtig onderwerp, het Rijk in en buiten Europa betreffend, voorziening. Uwe medewerking zal dan ook weder in ruime mate worden ingeroepen. Reeds de omvangrijke wetsvoorstellen, in Uwe vorige zitting onafgedaan gebleven, die U nader worden aangeboden, zullen gespannen aandacht vorderen. Het is Mijn innige wensch, dat het grondwettig gemeen overleg rijke vruchten drage.

Schenke God op onzen arbeid Zijn onmisbaren zegen!

Ik verklaar de gewone vergadering der Staten-Generaal geopend.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *