Troonrede van 20 september 1869

Mijne Heeren!

Het is Mij aangenaam de Vertegenwoordiging van het Nederlandsche Volk bij de opening dezer zitting welkom te heeten.

Onze betrekkingen met de andere Mogendheden zijn van den meest vriendschappelijken aard. Met welgevallen mag Ik op nieuw getuigen van den loffelijken ijver door Zee- en Landmagt betoond bij de vervulling van hare pligten.

In den inwendigen toestand des lands mag Ik op veel goeds wijzen.

De oogst was in vele opzigten gezegend.

De verliezen, die de veestapel in vorige jaren leed, zijn genoegzaam geheel aangevuld.

De zeevisscherijen verkeeren in gunstigen toestand.

Mijne aandacht blijft gevestigd op al wat vrije ontwikkellng van handel en nijverheid kan bevorderen.

Het volksonderwijs blijft een voorwerp van Mijne levendige belangstelling. De ontwerpen van Wet ter regeling van het Hooger Onderwijs en van het Onderwijs in de Beeldende Kunsten zullen U op nieuw worden voorgelegd. Wettelijke regeling van de inrigting der bewaarscholen wordt voorbereld. De ondervinding, sedert de invoering der Armenwet omtrent hare working verkregen, heeft hare gebreken genoegzaam doen kennen om over te gaan tot hare wijziging.

Herziening van de tabel, vermeld in art. 1 der Kieswet, wordt noodzakelijk geacht.

Aan de nog niet voltooide Spoorweglijnen wordt, even als aan andere groote werken, met ijver gearbeid.

Tot hunne voltooijing worden buitengewone hulpmiddelen vereischt.

Hoewel daaruit eenige verhooging van den rentelast voortvloeit, kon de Staatsbegrooting tot een lager cijfer dan dat van het loopend jaar worden teruggebragt.

Behalve de vroeger door U onderzochte Financiele Wetten, worden andere voorbereid, met name een ontwerp aangaande het Patentregt.

Wets-ontwerpen betreffende de voltooijing van ons vestingstelsel, de organisatie der schutterijen, de invoering der nieuwe regterlijke inrigting, en tot verbetering van handels- en strafregt,, zullen U in deze zitting worden aangeboden.

Het verslag van het beheer en den toestand der Overzeesche Bezittingen en Kolonien wordt U heden ingezonden.

Bevat het inderdaad veel bevredigends, wanneer men de uitgestrektheid van het gebied in aanmerking neemt, het vermaant ons tevens om ijverig te streven naar de verbeteringen, die in ons vermogen liggen. Voorstellen van wijde strekking worden U gedaan bij de begrooting van Nederlandsch Indie voor 1870, en bij de onafgedaan gebleven voordragten betreffende agrarische en industriele ondernemingen aldaar. Een ontwerp tot bevordering van den aanvoer van vrije arbeiders in Suriname wordt in gereedheid gebragt.

Ook in deze zitting zal de omvang Uwer werkzaamheden groot zijn. Met het oog op den ijver, door U in Uwe vorige zitting betoond, maak Ik ook nu staat op Uwe medewerking.

Moge het belang des Vaderlands door eendragtig streven krachtig worden bevorderd.

Ik verklaar de gewone zitting der Staten-Generaal geopend.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *