Troonrede van 21 oktober 1816

Edel Mogende Heeren!

Het strekt mij tot een levendig genoegen u, bij dezen plegtigen aanvang uwer werkzaamheden, te kunnen aankondigen, dat het Rijk met de buitenlandsche Mogendheden in de beste verstandhouding is, en dat alles ons op de voortduring dezer vriendschappelijke betrekkingen mag doen rekenen.

Wij hebben ons daarentegen te bedroeven over de buitengewone rijzing, die de prijs der levensmiddelen hier te lande zoo wel als in het grootste gedeelte van Europa ondergaan heeft.

lk zal met de uiterste oplettendheid de hulpmiddelen overwegen, die de regering, tegen dit kwaad aanwenden kan; maar het is vooral eene stoffe, die, zoo als deze, voor overdrijvingen vatbaar en door hartstogten en vooroordeelen zoo dikwijls verduisterd is, dat de naauwkeurige kennis van alle bijzonderheden, een onmisbaar vereischte is. Ik heb bereids derzelver zorgvuldige bijeenzameling bevolen, en zal handelen naar gelang der overtuiging, welke zij te weeg zullen brengen.

Aan U Ed.Mog. zullen, in den loop dezer zitting, verschillende maatregelen worden voorgesteld, die, hetzij tot begunstiging van industrie en akkerbouw, hetzij tot bevordering der instellingen en werken van algemeene nuttigheid, vereischt worden. Het onderzoek daarvan zal U Ed.Mog. de gelegenheid verschaffen van op nieuw dien onvermoeiden ijver aan den dag te leggen, en dat doorzigt omtrent alles, wat de bronnen der algemeene welvaart betreft, van welke uwe vorige bijeenkomst zoo treffende blijken opgeleverd heeft.

Onder de gewigtige instellingen, die de Grondwet zelve voorschrijft, doch voor welke het nog aan algemeen werkende organieke regelen ontbreekt, bekleedt de nationale militie de eerste plaats. Het ontwerp van wet, dat ik gehoopt had u reeds vroeger te doen toekomen, is thans voor uwe overweging gereed, en ik beveel het voorloopig aan in uwe ernstige aandacht. Redenen van algemeen belang hebben aanleiding gegeven tot het ontwerp, om eenige kleine strooken lands, tegen gedeelten van het pruissisch grondgebied, te ruilen, en hier bestaat dus een dier gevallen, in welke, volgens art. 58 der Grondwet, het te maken verdrag bij de Staten-Generaal moet worden onderzocht. Ik zal de ter dier zake tot stand gebragte overeenkomst U Ed.Mog. eerlang aan doen bieden, en, zoo uwe goedkeuring mij tot het bekrachtigen derzelve in staat stelt, zal de strekking der oostelijke grenzen van het Rijk op eene volledige wijze geregeld zijn.

Wanneer de begrooting van de publieke inkomsten en uitgaven voor het aanstaande jaar ter tafel van de Staten-Generaal zal zijn overgebragt, zullen U Ed.Mog., zoo ik vertrouwe, met genoegen de aanzienelijke vermindering ontwaren, die, overeenkomstig uwen en mijnen wensch, in de kosten van het algemeen bestuur te weeg is gebragt. Ook vordert derzelver bestrijdlng noch verhooging der gewone middelen, noch invoering van buitengewone. De regelmatigheid en het gemak, met welke, in schier al de provincien, de invordering der belastingen plaats vindt, bewijzen overigens den gunstigen invloed, dien de vrijheid van verkeer en industrie bereids op den toestand der ingezetenen gehad heeft; maar noch deze, noch eenige andere daadzaak, uit welke de toenemende vastheid van het openbaar crediet kan worden afgeleid, zal mij immer de noodzakelijkheid van verdere bezuiniging uit het oog doen verhezen, of ongedachtig maken aan den pligt, die op mij rust, om, tot handhaving der eer en veiligheid van den Staat, geene andere dan onvermijdelijke opofferingen van mijne onderdanen te vorderen.

Zien wij terug, Ed.Mog. Heeren, op hetgeen bereids, in de moeijelijkste oogenblikken, tot vestiging van de onafhankelijkheid des vaderlands en van een gelijkmatig bestuur in hetzelve, gedaan is, dan mogen wij de hoop voeden, dat onze volgende pogingen eene even gunstige uitkomst zullen hebben.

Volharding in heilzame bedoelingen, vrijmoedigheid in het beramen der middelen, onophoudelijke aankweeking van eensgezindheid, vertrouwen en welwillendheid, ziedaar wat de nederlandsche natie van ons verwacht, en noch door haren Koning, noch door hare vertegenwoordigers zal deze billijke verwachting worden te leur gesteld.