Troonrede van 21 September 1926

Leden der Staten-Generaal,

In Uw midden verkeerend, Leden van de Staten-Generaal, verheug Ik Mij, dat de toestand van ons volk in menig opzicht tot dankbaarheid stemt, al ontbreken de schaduwen niet.

Niet dan zeer geleidelijk voltrekt zich het economisch herstel. Inzinkingen blijven daarbij niet achterwege.

Handel en nijverheld, evenals een deel der scheepvaart,
ondervinden nog steeds de ongunst der tijden. De onstandvastige waarde der munteenheid in verschillende landen vertraagt de gezondmaking van het internationaal ruilverkeer.

De land- en tuinbouw wordt in verschillende van zijn takken bedreigd door ongewone, naar gehoopt mag worden tijdelijke, belemmeringen in den afzet van zijn producten elders. Er wordt met kracht naar gestreefd, dit euvel een einde te doen nemen.

Sedert Ik de laatste maal in Uw midden verkeerde, is een ernstige beproevmg over een deel van ons land gekomen. Een vriendelijke zonnestraal is in dit leed gevallen door de groote deelneming
in het lot der slachtoffers, die zich in wijden kring in woord en daad heeft geopenbaard. Deze uiting van nationale saamhoorigheid
heeft Mij met dankbaarheid vervuld, evenzeer als de toewijding, zoowel van burgerzijde als door het personeel van land- en zeemacht in de ure van het gevaar betoond.

De financieele toestand van het land blijft voortdurend zorg eischen. Verlichting van de lasten, op de bevolking gelegd, is een onmisbare voorwaarde voor een duurzame verbetering van den economischen toestand en is slechts mogelijk bij een zuinig beheer.

Op politiek gebled zal, in afwachting van het herstel van normale verhoudingen, de lijn, in den loop van het achterliggende zittingjaar uitgegestippeld, blijven gevolgd.

De betrekkingen, welke Wij met de andere Mogendheden
onderhouden, zijn van den meest vriendschappelijken aard. Het verheugt Mij, dat de Volkenbond door de toetreding van Duitschland aan beteekenis heeft gewonnen. Met verschillende Mogendheden worden besprekingen gevoerd over het sluiten van arbitrage- en verzoeningsverdragen.

Naast de in den loop van dit jaar aangekondigde maatregelen en wetsvoorstellen worden nog eenige andere voorbereid.

Daartoe behooren voorzieningen op het gebied der justitieele wetgeving; een wijziging van de Provinciale wet; een partieele herziening van de wettelijke bepalingen op de forensen; en eene wettelijke regeling van het handelsonderwijs.

Voorstellen tot het wegnemen van enkele onnoodige beperkingen
van de vrijheid op het gebied van het lager onderwijs zullen U binnenkort bereiken.

Een wetsontwerp zal worden ingediend ten einde de niet binnen het Rijk wonende Nederlanders, die daarvoor in aanmerking komen, naar billijke regelen te doen bijdragen in de inkomsten-, vermogens- en verdedigingsbelastingen, en de nalatenschappen van dezelfde personen te betrekken in de successiebelasting.

Tot bevordering van het behoud van natuurschoon zal U een voorstel worden aangeboden om zekere fiscale verzachtingen te verbinden aan eene vrijwillige beperking van het beschikkingsrecht over bepaalde landelijke eigendommen.

Voorstellen zullen worden gedaan tot wijziging en aanvulling onzer sociale wetgeving ten einde te geraken tot ratificatie van sommige ontwerpverdragen der Internationale Organisatie van den Arbeid. Invoering der Ziektewet ligt in het voornemen, nadat deze gewijzigd zal zijn in het bijzonder in dien zin, dat meer plaats wordt ingeruimd aan voorzieningen, welke uit het maatschappelijk leven opkomen.

De droevige ramp, die Nederlandsch-Indië heeft getroffen, heeft Mij met deernis vervuld. De gevoelens, die ook daarbij velen tot leniging van nood hebben bewogen, waren Mij een oorzaak van blijdschap. De steun, in donkere dagen wederzijds verleend, heeft den band tusschen het Moederland en Nederlandsch-Indië versterkt.

In het aanstaande voorjaar zal de nieuwe Indische Staatsregeling ten volle in werking treden. Het streven zal zijn de grootere zelfstandigheid in inwendige aangelegenheden, welke zij aan Nederlandsch-Indië geeft, zoo spoedig en zoo volledig mogelijk tot haar recht te doen komen. De ook in dit gebiedsdeel ter hand genomen welvaartspolitiek zal krachtig worden voortgezet, inzonderheid ten bate van de inheemsche bevolking. De te verwachten opening van een derde inrichting van hooger onderwijs, de medische hoogeschool te Batavia, zal van groot belang blijken voor de geestelijke ontwikkeling van Indië.

Suriname eischt nog steeds de bijzondere aandacht der Regeering, al is eenige verbetering in den economischen toestand van dat gewest te bespeuren. In Curaçao blijft die toestand gunstig.

Moge Gods milde zegen op Uwen arbeid rusten!

Ik verklaar de gewone zitting der Staten-Generaal geopend.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *