Troonrede van 19 september 1905

Mijne Heeren!

Het verheugt Mij weder te midden der Vertegenwoordigers van het Nederlandsche Volk te mogen vertoeven.

De algemeene toestand van het land en van de koloniën geeft in menig opzicht reden tot tevredenheid.

Omtrent land- en tuinbouw luiden de berichten over het geheel genomen bevredigend, ondanks de schade, aan sommige gewassen door nadeelige weersinvloeden berokkend.

Handel en nijverheid blijven zich ontwikkelen.

De scheepvaartbeweging in de Nederlandsche havens neemt toe. Intusschen laten, hier evenals elders, de uitkomsten van het scheepvaartbedrijf ter zee nog steeds te wenschen over. Hetzelfde geldt ten aanzien der scheepvaart op de binnenwateren.

Verschijnselen zijn waar te nemen, die weder op eenige verbetering van den oeconomischen toestand der Inlandsche bevolking op Java wijzen. In de Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo werd het langdurig verzet der leden van het voormalige sultansgeslacht gebroken.

De houding van sommige Inlandsche vorsten in Zuid-Celebes heeft genoodzaakt tot een gewapend optreden, dat aanvankelijk met gunstig gevolg bekroond is.

Zee- en Landmacht vervullen hare taak op hoogst verdienstelijke wijze; met dankbare waardeering gedenk Ik, wat in verschillende deelen van den Indischen Archipel door leger en vloot werd verricht. Van den ijver en de toewijding van het personeel der overige takken van dienst kan Ik eveneens met lof gewagen.

De betrekkingen van Nederland met de andere Mogendheden bleven zich ook dit jaar kenmerken door het gewenschte vriendschappelijke karakter. De tijding der beëindiging van den oorlog in Oost-Azië werd door Mij met welgevallen vernomen.

Op het gebied der wetgeving wordt Uwe medewerking gevraagd zoowel voor reeds door de afgetreden Ministers ontworpen, als voor nieuwe voorstellen.

Het in werking treden der Kinderwetten wordt zooveel mogelijk bespoedigd.

De aanhangige wetsontwerpen betreffende de arbeidsovereenkomst, de regeling van het bewijs in burgerlijke zaken en de administratieve rechtspraak zullen veel van Uwe aandacht vorderen.

Het ligt in het voornemen, aan eene herziening van het in menig opzicht verouderde Tweede Boek van het Wetboek van Koophandel de hand te slaan en enkele aanvullingen voor te stellen van het algemeene deel van het Wetboek van Strafrecht, waaronder de invoering der voorwaardelijke veroordeeling. In voorbereiding zijn wettelijke maatregelen tot invoermg van het Wetboek van Militair Strafrecht en van de Wet op de Krijgstucht.

Wat het onderwijs betreft, zal bevordering van den bloei en de ontwikkeling van het vakonderwijs op den voorgrond staan.

Eene herziening van de Armenwet wordt voorbereid.

De gewijzigde Drankwet levert in hare toepassing moeilijkheden op, welke verandering van sommige harer bepalingen wenschelijk doen achten.

De toestand van ’s lands financien maakt een zuinig en omzichtig beheer beslist noodzakelijk. De stijging van de opbrengst der middelen is, hoewel belangrijk, niet voldoende om het hoofd te kunnen bieden aan de toenerning der uitgaven. Versterking der middelen is derhalve noodig; aanstonds en tijdelijk, met het oog op het voor 1906 geraamde tekort; duurzaam, ook ter bestrijding van de te verwachten uitgaven voor het lager onderwijs en voor sociale hervormingen. Voor de tijdelijke versterking wordt U bij de Staatsbegrooting voor het volgend dienstjaar een voorstel aangeboden; voor de duurzame worden maatregelen voorbereid.

Bepalingen zullen worden ontworpen betreffende vooroefening der jeugd, ten einde de mogelijkheid te openen om op den duur, door eene verkorting van den diensttijd onder de wapenen, te geraken tot verhooging van het militie-contingent, geleidelijk voerende tot weerbaarheid van het geheele volk.

Eene regeling wordt voorbereid om het daarheen te leiden, dat steeds over een jong en krachtig kader kan worden beschikt.

De vraag is in overweging, op welke wijze eene voorziening ware te treffen, waardoor – zonder verzwaring der lasten – de Stelling van Amsterdam zou worden voltooid binnen den kortsten tijd, waarin zulks in verband met technische eischen kan plaats hebben.

Ter bevordering van het verkeer en tot verhooging der productiviteit van den bodem in de onderscheidene deelen des lands zal, naarmate de middelen dit toelaten, Uwe medewerking worden gevraagd voor den aanleg of het subsidieeren van openbare werken.

De instelling van het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel maakt enkele wijzigingen in bestaande wetten noodig.

Aan Uw oordeel zullen worden onderworpen regelingen van de verplichte ziekteverzekering in verband met wijziging, der Ongevallenwet, en van de verplichte invaliditeits-
en ouderdomsverzekering; deze laatste in te voeren, zoodra de vereischte middelen beschikbaar zullen zijn.

Behalve tot hen die in landbouwbedrijven en in de zeevisscherij werkzaam zijn, zal U worden voorgesteld de ongevallenverzekering uit te breiden tot zeelieden ter koopvaardij.

Wettelijke bepalingen zullen worden ontworpen, ten einde scheepsrampen zooveel doenlijk te voorkomen.

Stappen zullen worden gedaan om te geraken tot geheele afschaffing van tienden.

De financieele toestand van Nederlandsch-Indië maakt verhooging van bestaande en invoering van nieuwe belastingen onvermijdelijk. Bij de voorstellen daartoe zal echter in het oog worden gehouden, dat de directs belastingen, voor zoover zij op de Inlandsche bevolking van Java en Madoera drukken, met mogen worden verzwaard. Met het nemen van maatregelen tot oeconomische verheffing dier bevolking zal worden voortgegaan.

Een voorstel is in bewerking, strekkende om aan
Nederlandsch-Indië op financieel gebied grootere zelfstandigheid te verleenen.

Tot vaststelling van eene Mijnwet voor Curaçao zal Uwe medewerking worden gevraagd.

Ten einde den gewonen wetgever vrijheid te geven bij de regeling der kiesbevoegdheid, zal U eene herziening worden voorgesteld van de daarover handelende bepalingen der Grondwet.

Vooraf wensch Ik te doen onderzoeken, welke andere wijzigingen nog in de Grondwet moeten gebracht worden.

Bij de uitvoering der aangekondigde voornemens zal zooveel doenlijk rekening gehouden worden met de wenschen van alle groepen van Mijn Volk, zonder onderscheid van richting.

Gewichtig is de taak, die U wacht.

Moge Uw arbeid, onder Gods zegen, strekken ten nutte van het Nederlandsche Volk.

Ik verklaar de gewone Zitting der Staten-Generaal te zijn geopend.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *